Momenteel wordt er nog gewerkt aan deze website, hierdoor kan het zijn dat niet alle inhoud definitief is.

Longkanker

Wat is longkanker

Kenmerken

Longkanker is een kwaadaardige woekering van cellen in de longen. Deze tumor ontstaat in het longweefsel zelf; dit moet worden onderscheiden van uitzaaiingen in de long(en) afkomstig van een tumor elders in het lichaam.

Op basis van de microscopische kenmerken van de tumorcellen is longkanker enige decennia geleden ingedeeld in twee groepen:

  • Kleincellige longkanker (SCLC): betreft 15 tot 20 procent van alle gevallen. Het wordt vaak pas in een laat stadium ontdekt, op het moment dat het al is uitgezaaid en het klachten geeft. De kankercellen zijn kleiner dan de normale longcellen. 

  • Niet-kleincellige longkanker (NSCLC): betreft 80 tot 85 procent van alle gevallen. Het is op grond van een aantal kenmerken van de cel te onderscheiden in 3 subsoorten: plaveiselcel-carcinoom, adeno-carcinoom en grootcellig-carcinoom. De groeisnelheid van deze vormen van longkanker is wisselend. Niet-kleincellige vormen van longkanker worden vaak in een vroeger stadium gevonden in vergelijking met kleincellige longkanker. 

Tegenwoordig wordt naast de indeling op celtype (SCLC/NSCLC) de diagnostiek uitgebreid met moleculaire diagnostiek. Bij de diagnostiek van patiënten met niet-kleincellig longkanker speelt deze nadere typering een toenemende rol bij de keuze van de behandeling. De prognose is afhankelijk van de stadiering en de daaraan gekoppelde behandeling.

Het stadium van longkanker (TNM stadium) hangt samen met de uitgebreidheid van de ziekte. Het TNM stadium wordt bepaald door:

  • de grootte van de tumor (T-stadium),
  • de doorgroei in omringend weefsel, (T-stadium)
  • de aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren (N-stadium)
  • of elders in het lichaam (M-stadium)

Uitzaaiingen

Longkanker zaait via de lymfebanen en/of via het bloed uit naar andere delen van het lichaam. Deze uitzaaiingen komen met name voor in:

  • de lymfklieren in het gebied tussen de beide longen (mediastinum);
  • de lymfklieren in de hals en rondom het sleutelbeen;
  • de bijnieren;
  • de lever;
  • de botten;
  • de hersenen.

Ziektebeloop


Zowel het type als het stadium van longkanker zijn bepalend voor het beloop en de
behandeling van de ziekte. Longkanker kan zich heel lang ontwikkelen zonder klachten te
veroorzaken. Een longtumor in de grote vertakkingen van de luchtpijp geeft eerder klachten dan een tumor die zich in het midden of aan de rand van de longen bevindt. Soms brengt een röntgenfoto de tumor bij toeval aan het licht. 


Symptomen

Afhankelijk van de plaats en grootte van de tumor behoren benauwdheid, hoesten en/of opgeven van bloederig slijm tot de eerste klachten van longkanker. Andere symptomen die kunnen wijzen op een tumor in de longen zijn aanhoudende heesheid, zeurende pijn in de borst, rug of tussen de schouders of vaak terugkerende longontsteking.

Het is ook mogelijk dat de eerste klachten afkomstig zijn van de plaats waar zich een uitzaaiing van de longtumor bevindt, bijvoorbeeld een epilepsieaanval door een uitzaaiing in de hersenen of pijn bij een botuitzaaiing. 


Oorzaken

  • Roken is verreweg de belangrijkste oorzaak van het ontstaan van longkanker. 
    In ongeveer 85 procent van de gevallen heeft de patiënt met longkanker (langdurig) gerookt.Hoe meer en hoe langer iemand heeft gerookt, des te groter is de kans op longkanker (KWF). 
  • Niet-rokers die veelvuldig in rokerige ruimten verblijven (meeroken) lopen ook een verhoogd risico op longkanker. 
  • Ongeveer 11% van alle longkanker wordt veroorzaakt door luchtverontreiniging (Maas et al., 2015).
  • Intensieve (beroepsmatige) blootstelling aan stoffen als nikkel, radon, arseen, koolteer en asbest, vergroot het risico op longkanker.
  • In ongeveer 5% van de gevallen is longkanker familiair bepaald. Familiestudies naar de genetische achtergrond hebben geleid tot het identificeren van een gen (RGS17) dat in verband staat met een verhoogd risico van longkanker (You et al.,2009).

Het lijkt dat longkanker bij niet-rokers andere kenmerken heeft dan longkanker bij rokers. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat er zowel epidemiologische, klinische, moleculaire als histopathologische verschillen zijn tussen longkanker gerelateerd aan roken en longkanker die niet gerelateerd is aan roken (Sun et al., 2007).