Momenteel wordt er nog gewerkt aan deze website, hierdoor kan het zijn dat niet alle inhoud definitief is.

Tuberculose

Invloed op het leven

In Nederland is tuberculose meestal goed te behandelen. Dit gebeurt met verschillende medicijnen die voor een langere periode moeten worden ingenomen. Dit gaat over het algemeen poliklinisch, maar soms is een korte ziekenhuisopname noodzakelijk.

De Intensieve fase duurt ongeveer twee maanden. In deze periode worden een groot deel van de bacteriën gedood. De patiënt slikt dan minimaal vier verschillende soorten medicijnen. De meest gebruikte medicijnen bij tuberculose zijn: Isoniazide, Rifampicine, Pyrazinamide en Ethambutol

Omdat een klein deel van de bacteriën moeilijker te doden is volgt er nog een aanvullende fase van zo’n vier maanden, waarbij nog steeds twee soorten medicijnen worden geslikt.

De diagnose tuberculose zorgt bij veel mensen voor onrust. Daarom wordt vaak een sociaal verpleegkundige ingeschakeld. Deze geeft voorlichting en beantwoordt vragen van de patiënt en zijn/haar omgeving over de ziekte, het verloop en eventuele besmettelijkheid.

Als er sprake is van besmettelijke tuberculose, zal de sociaal verpleegkundige samen met de patiënt een lijst opstellen van mensen die voor onderzoek in aanmerking komen. Soms wordt ook onderzoek gedaan om te kijken hoe deze persoon aan tuberculose is gekomen.

Daarnaast let de verpleegkundige op inname en mogelijke bijwerkingen van de medicatie. Het is belangrijk dat de patiënt de medicijnen dagelijks en op hetzelfde tijdstip inneemt, en de behandeling niet voortijdig afbreekt. De kans is anders groot dat de tuberculose terugkomt en/of resistentie ontstaat. Veel mensen blijken het dagelijks slikken van medicijnen lastig te vinden. Vooral als de klachten na een paar weken verdwijnen.