Momenteel wordt er nog gewerkt aan deze website, hierdoor kan het zijn dat niet alle inhoud definitief is.

Tuberculose

Wat is tuberculose

Kenmerken

Tuberculose (tbc, TB) is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door besmetting met de tuberculosebacterie (Mycobaterium tuberculosis). De besmetting kan ontstaan door het inademen van tuberculosebacteriën. Het gevolg: ontstekingen in het lichaam, om te beginnen in de longen. Als reactie op deze ontstekingen vormt het lichaam weefselknobbeltjes (tuberkels) rond de bacteriën. De naam tuberculose betekent dan ook knobbeltjesziekte. Het duurt soms een aantal jaren voordat iemand uiteindelijk ziek wordt van tuberculose. 

Met dank aan KNCV Tuberculosefonds

Longtuberculose
Het aanvalsgewijze karakter van de ziekte maakt dat de patiënt het ene moment nergens last van kan hebben en het volgende moment acuut ernstig benauwd kan worden. Het inademen van stoffen waartegen een allergie bestaat, zoals huisstofmijtdeeltjes, pollen en huidschilfers van dieren, kan leiden tot een astma-aanval. Ook kunnen aanvallen worden uitgelokt door het inademen van prikkelende stoffen zoals tabaksrook, parfum, bak- en braadluchten en door mist, koude lucht en inspanning. Virale longinfecties (met name influenza en infectie met het rhinovirus) leiden bij de astmapatiënt tot een verdere toename van de gevoeligheid van de longen voor prikkels.

De meest voorkomende vorm van tuberculose is longtuberculose (Pulmonale TB oftewel PTB). Vanuit de longen kunnen de bacteriën zich echter via het bloed ook verplaatsen naar andere delen van het lichaam, zoals gewrichten, botten, de hersenen of in de lymfeklieren en daar ontstekingen veroorzaken. Als dat gebeurt, is er sprake van Extra Pulmonale Tuberculose (EPT). Besmetting met de tuberculosebacterie leidt niet altijd tot ziekte. Naar schatting is een derde van de wereldbevolking geïnfecteerd met de bacterie. Bij veel dragers ontstaan geen verschijnselen omdat hun afweersysteem krachtig genoeg is om ziekte te voorkomen. Het lichaam kapselt de bacteriën in. Dit heeft slapende, latente tuberculose. Bij zo’n 10 procent van de mensen met latente tuberculose ontwikkelt zich later een actieve vorm van de ziekte, meestal in de eerste twee jaar na besmetting. Mensen met een verminderde afweer, bijvoorbeeld bij mensen met een HIV-infectie, is er een verhoogd risico op het ontwikkelen van tuberculose.  Bij hen is de kans op het ontwikkelen van een actieve tuberculose 10 procent per jaar.

Longtuberculose kan besmettelijk zijn voor anderen als het geïnfecteerde longweefsel openbreekt. Via hoesten verspreiden de tuberculosebacillen zich dan in de omgeving. Mensen die vlakbij zijn, kunnen de bacteriën inademen en op die manier besmet raken. Ongeveer één op de vijf tuberculosepatienten heeft ‘sputumpositieve longtuberculose’, de meest besmettelijke vorm van tuberculose. 

De meest voorkomende klachten in het beginstadium van longtuberculose zijn hoesten met opgeven van slijm dat veelal bloederig is. Ook vermoeidheid, gewichtsverlies en koorts met nachtzweten zijn veelbeschreven verschijnselen. 

Voorkomen in Nederland
Door de toegenomen immigratie in de laatste twee decennia kwam de dalende trend van tuberculose in Nederland rond 1987 tot stilstand. Sindsdien is er een geleidelijke stijging tot 1994 (1811 patiënten) geweest, waarna de trend weer dalend werd tot 806 patiënten in 2018 (= 4,7/100.000). Bijna drie kwart van het aantal tbc-patiënten in 2018 is in het buitenland geboren. Onder hen is de gemiddelde leeftijd aanzienlijk lager dan onder de autochtone patiënte n. Circa 3,5% van de tbc-patiënten is eerder voor tbc behandeld en 3% heeft tevens een HIV-infectie (Bron: RIVM). 

Door de toegenomen immigratie in de laatste twee decennia kwam de dalende trend van tuberculose in Nederland rond 1987 tot stilstand. Sindsdien is er een geleidelijke stijging tot 1994 (1811 patiënten) geweest, waarna de trend weer dalend werd tot 806 patiënten in 2018 (= 4,7/100.000). Bijna drie kwart van het aantal tbc-patiënten in 2018 is in het buitenland geboren. Onder hen is de gemiddelde leeftijd aanzienlijk lager dan onder de autochtone patiënte n. Circa 3,5% van de tbc-patiënten is eerder voor tbc behandeld en 3% heeft tevens een HIV-infectie (Bron: RIVM). 

Download factsheet